Het smelten van de ijskappen op Groenland en Antarctica vertraagt de rotatiesnelheid van de aarde, waardoor de dag een beetje langer wordt. Gaan we daar iets van merken?
De fysica achter het fenomeen is eenvoudig, aldus professor Benedikt Soja, verbonden aan het ETH Zurich en gespecialiseerd in geodensie. Dat is de wetenschap die zich bezighoudt met het meten van de aarde. ‘Denk aan een schaatser die pirouettes draait op het ijs. Als die armen en benen uitstrekt, zal hij langzamer draaien, en omgekeerd. De rotatiesnelheid verandert naargelang de verdeling van de massa. Het impulsmoment, de maat voor de hoeveelheid draaibewegingen, blijft namelijk behouden.’
‘Hetzelfde geldt voor de aarde. In de ijskappen van Groenland en Antarctica ligt een enorme massa water opgeslagen, dichtbij de rotatieas van de aarde. Wanneer het ijs smelt en dat vloeibaar water in de oceanen terecht komt, wordt de massa ervan gelijkmatiger over de aarde verdeeld. Het komt dan gemiddeld verder van de rotatieas terecht dan momenteel het geval is.’
Minimale tijdswinst
Door die meer gelijkmatige massaverdeling van de aarde, waarbij er zich dus meer massa verder weg van de rotatieas bevindt, zal de snelheid waarmee de aarde om haar as draait afnemen. Dat maakt dat een dag langer wordt, want die valt samen met één draaibeweging van de aarde om haar as.
Wie hoopt op extra tijd om drukke dagen door te komen is er echter aan voor de moeite. Het verschil is niet meer dan een paar milliseconden, vertelt Soja. ‘Op basis van data van de laatste twintig jaar zien we hoe de dag een milliseconde per eeuw aan lengte zal winnen. We hebben verschillende klimaatscenario’s naast elkaar gelegd, en in het meest pessimistische scenario waarbij het grootste deel van het poolijs wegsmelt, kan de vertraging van de aardrotatie oplopen tot twee à drie milliseconden per eeuw.’
Lees verder op: EOS Wetenschap