Een internationaal team van astronomen, onder leiding van de Universiteit van Cambridge (VK), heeft in het vroege heelal een enorm zwart gat ontdekt dat aan het ‘dutten’ is nadat het teveel gegeten heeft. Het heeft zoveel materiaal uit zijn omgeving opgeslokt, dat het tot rust moet komen. De ontdekking is gebaseerd op waarnemingen met de internationale Webb-ruimtetelescoop (Nature, 18 december).
Het zwarte gat – waargenomen zoals het er ‘slechts’ 800 miljoen jaar na de oerknal uitzag – is enorm groot: het heeft 400 miljoen keer zoveel massa als onze zon en is daarmee een van de zwaarste zwarte gaten die Webb in het vroege heelal heeft opgespoord. Het object is zo kolossaal dat het ongeveer veertig procent van de totale massa van het hem omringende sterrenstelsel uitmaakt. Ter vergelijking: de meeste zwarte gaten in het lokale heelal hebben nemen ruwweg een tiende procent van de massa van hun moederstelsel voor hun rekening. Maar desondanks ‘eet’ dit zwarte gat het gas dat het nodig heeft om te groeien maar heel langzaam: ongeveer honderd keer onder zijn theoretische limiet. In feite ‘slaapt’ het dus.
Het bestaan van zo’n zwaar, niet-groeiend zwart gat in het heelal staat op gespannen voet met de bestaande modellen over de ontwikkeling van zwarte gaten. Volgens de onderzoekers is de meest waarschijnlijke verklaring dat zwarte gaten tijdens hun bestaan korte perioden van uiterst snelle groei doormaken, die worden afgewisseld met perioden van rust. Omdat de rustperiodes veel langer duren dan de snelle groeispurts, is de kans het grootst dat astronomen rustende zwarte gaten ontdekken. Volgens de onderzoekers is het dan ook waarschijnlijk dat verreweg de meeste zwarte gaten in het vroege heelal ’slapend’ zijn. Dit scenario wordt bevestigd door computersimulaties.
Lees verder op: Astronomie