Door gebruik te maken van de gegevens verzamelt met de Gaia ruimtetelescoop en met het APOGEE instrument op aarde hebben sterrenkundigen van MIT ontdekt dat de sterren in de buitenste delen van ons Melkwegstelsel minder had bewegen dan gedacht. Dat wijst er op dat het centrum van de Melkweg mogelijk lichter is en ook minder donkere materie bevat dan gedacht. Met de Europese Gaia ruimtetelescoop worden al jaren sterren in de Melkweg nauwkeurig bekeken en daarbij worden de positie, snelheid en afstand van inmiddels al meer dan een miljard sterren gemeten. APOGEE (‘Apache Point Observatory Galactic Evolution Experiment‘) is een telescoop op aarde, maar ook die houdt de gegevens van sterren nauwkeurig bij, zo’n 700.000 stuks. Lina Necib en haar collega’s van het beroemde MIT keken naar de gegevens van 33.000 sterren in de Melkweg en aan de hand daarvan maakten ze een rotatiecurve, waarin de snelheid en afstand van de sterren tot het Melkwegcentrum worden afgezet (zie de grafiek hierboven).
Lees verder op: Astroblogs
Aan de rand van het Melkwegstelsel gaan sterren minder hard dan gedacht – hoe kan dat?
191