De achterkant van de maan krijgen we nooit te zien. Nu stuurt China de eerste sonde op pad om er monsters te nemen. Zo leren we hoe de aarde aan haar metgezel is gekomen – en wie weet kan die ons bijna gratis energie geven.
Op kerstavond 1968 zagen de astronauten van de Apollo 8-missie iets wat niemand ooit had gezien: de achterkant van de maan.
De eerste astronauten ooit die om een ander hemellichaam draaiden – Frank Borman, James Lovell en William Anders – zagen door de ronde raampjes van het ruimteschip hoe de grijze kraterbodem 97 kilometer onder hen voorbij gleed.
‘De achterkant ziet eruit als een hoop zand waar mijn kinderen een tijdje in hebben gespeeld. Hij zit vol met deuken en gaten,’ vertelde Anders later.
De achterkant van de maan is totaal anders dan de voorkant, die naar de aarde staat. Het bodemmateriaal ook, maar we weten nog niet waar het uit bestaat.
Van de voorkant hebben we 382 kilo stof en gesteente, meegebracht door de Apollo-missies in 1969-1972, maar van de achterkant hebben we nog niets.
Lees verder op: WIB