In de jaren ’40 van de vorige eeuw opperde sciencefictionauteur Isaac Asimov het idee van zonne-energie uit de ruimte. Hij stelde zich ruimtestations voor die zonne-energie konden verzamelen en de energie naar de aarde konden stralen. Zonne-energie uit de ruimte heeft een lange weg afgelegd sinds de tijd van Asimov. De academische wereld en de industrie hebben aangetoond dat het draadloos overbrengen van energie inderdaad mogelijk is. Nu, in 2024, is de opwinding over deze nieuwe technologie overgeslagen naar de durfkapitaalmarkt en is het een van de meest verrassende trends van het jaar geworden op het gebied van investeringen in de ruimtevaart. Ondanks het enthousiasme blijft er een kloof bestaan tussen wat technologisch mogelijk is en wat commercieel haalbaar is.
Het oorspronkelijke concept houdt in dat GEO-satellieten energie van de zon benutten en deze via microgolfsignalen op 2,45 GHz uitzenden, vergelijkbaar met de signalen die in draadloze communicatie worden gebruikt. Specifieke stations op aarde kunnen microgolfsignalen ontvangen en deze weer omzetten in elektriciteit. Microgolfsignalen dragen energie, maar vaak gaat het om een onbeduidende hoeveelheid. Startups breiden dat basisconcept nu uit en stellen complexere architecturen voor in LEO om de efficiëntie te verhogen. Bedrijven kunnen energie opwekken via zonnepanelen, reflectoren of concentrator-arrays. De energie kan dan worden verzonden via microgolven, optische laserverbindingen (hoge concentratie van energie), of het opnieuw verzenden van energie die het zonlicht rechtstreeks naar klanten richt. In 2013 ontving Caltech een donatie van 100 miljoen dollar om een onderzoeksprogramma op te zetten rond deze visie van zonne-energie uit de ruimte en het bedrijf heeft LEO-demonstratiemodellen gelanceerd om de technologie te testen.
Lees verder op: Spacepage