Heeft de Melkweg juist te veel satellietstelsels in plaats van te weinig?

Astronomen vragen zich al jaren af hoe het komt dat ons Melkwegstelsel minder kleine satellietstelsels heeft dan het standaardmodel voor de donkere materie voorspelt. Waarnemingen met de Subaru-telescoop hebben nu echter nieuwe satellietstelsels aan het licht gebracht, en de schattingen voor het totale aantal dat naar verwachting rond de Melkweg zwermt naar boven bijgesteld. Dit lost het zogeheten ‘Ontbrekende dwergstelsel’-probleem op, maar nu zijn de schattingen weer onverklaarbaar hoog (Publications of the Astronomical Society of Japan, 8 juni).

Hoeveel kleine sterrenstelsels begeleiden de Melkweg? Dat is een vraag waar astronomen al tientallen jaren mee worstelen. Satellietstelsels zouden namelijk ontstaan wanneer koel gas zich samenbalt rond donkere materie, en vervolgens sterren vormt. Satellietstelsels zijn dus nauw verbonden met de aard van de donkere materie.

Volgens de standaardtheorie zouden sterrenstelsels zoals de Melkweg meer dan duizend klonten donkere materie moeten bevatten en wordt dus een vergelijkbaar aantal satellietstelsels verwacht. Maar tot nu toe zijn er in en rond de Melkweg slechts enkele tientallen satellietstelsels ontdekt. Deze discrepantie wordt het ‘Ontbrekende dwergstelsel’-probleem genoemd.

Lees verder op: Astronomie

54
Deel dit artikel