NASA’s Voyager 1 hervat het verzenden van technische updates naar de aarde

Na wat inventief speurwerk kan het missieteam, voor het eerst in vijf maanden, de gezondheid en status van het meest afgelegen, door mensen gemaakte object controleren. Voor het eerst sinds november stuurt NASA’s Voyager 1 ruimteschip bruikbare gegevens terug over de gezondheid en status van de technische systemen aan boord. De volgende stap is om de onbemande ruimtesonde weer wetenschappelijke gegevens te laten terugsturen.

De sonde en zijn tweelingbroer, Voyager 2, zijn de enige ruimtevaartuigen die ooit in de interstellaire ruimte (de ruimte tussen sterren) hebben gevlogen. Voyager 1 stopte met het terugsturen van leesbare wetenschappelijke en technische gegevens naar de aarde op 14 november 2023, hoewel de missiecontroleurs konden zien dat het ruimteschip nog steeds hun commando’s ontving en verder normaal functioneerde. In maart bevestigde het Voyager-technische team van NASA’s Jet Propulsion Laboratory in Zuid-Californië dat het probleem te maken had met een van de drie boordcomputers van het ruimteschip, het flight data subsystem (FDS). Het FDS is verantwoordelijk voor het verpakken van de wetenschappelijke en technische gegevens voordat ze naar de aarde worden gestuurd.

Het team ontdekte dat een chip die verantwoordelijk is voor de opslag van een deel van het FDS-geheugen, waaronder een deel van de softwarecode van de FDS-computer, niet werkt. Het verlies van die code maakte de wetenschappelijke en technische gegevens onbruikbaar. Omdat het niet mogelijk was om de chip te repareren, besloot het team om de aangetaste code elders in het FDS-geheugen te plaatsen. Maar geen enkele locatie is groot genoeg om het gedeelte van de code in zijn geheel te bevatten. Dus bedachten ze een plan om de aangetaste code in secties te verdelen en die secties op verschillende plaatsen in de FDS op te slaan. Om dit plan te laten werken, moesten ze die codesecties ook aanpassen om er bijvoorbeeld voor te zorgen dat ze allemaal nog steeds als één geheel functioneren. Alle verwijzingen naar de locatie van die code in andere delen van het FDS-geheugen moesten ook worden bijgewerkt.

Lees verder op: Spacepage

110
Deel dit artikel