Over rotatiecurves of -krommen van sterrenstelsels hebben we het hier vaak gehad, de weergave in een grafiek van de waargenomen draaisnelheden van materie in de schijfdelen van spiraalstelsels als functie van de afstand tot het galactische centrum van die stelsels. Er werd al begin jaren zeventig een discrepantie opgemerkt tussen deze waarnemingen en de voorspellingen die de zwaartekrachtswet van Newton doet over de beweging van de zichtbare massa. Met de aanwezigheid van onzichtbare donkere materie zou die discrepantie verklaard kunnen worden. Er zou een grote bolvormige halo van donkere materie rondom het zichtbare deel van de sterrenstelsels hangen en de massa daarvan zou er voor zorgen dat de rotatiecurve vlak blijft, zoals te zien aan het voorbeeld van M33 hierboven. Maar ja, de hypothetische halo heeft ook een begrenzing en daarna zal de rotatiecurve toch afnemen omdat er minder massa en daarmee minder zwaartekracht is.
Lees verder op: Astroblogs