In augustus 1181 was er een supernova in het sterrenbeeld Cassiopeia aan de hemel te zien, die destijds werd waargenomen door Chinese en Japanse sterrenkundigen. De ‘gastster’ zoals hij toen werd genoemd was 185 dagen zichtbaar, daarna verdween hij tot… 2013. In dat jaar ontdekte de amateur-sterrenkundige Dana Patchick in de online te vinden gegevens van NASA’s WISE infraroodtelescoop een vaag vlekje, dat het restant van die supernova bleek te zijn – zo ontdekte men in 2021. Dat restant werd Pa 30 genoemd, omdat het de 30e ontdekking was van Patchick. Recent is Pa 30 driedimensionaal bestudeerd door een team van sterrenkundigen onder leiding van Tim Cunningham (Center for Astrophysics, Harvard & Smithsonian) en Ilaria Caiazzo (Institute of Science and Technology Austria) en daaruit blijkt dat de vorm van het supernovarestant bijzonder is: met z’n uitsteeksels lijkt het op een paardenbloem.
SN 1181 was een supernova die veroorzaakt werd door een witte dwerg, die door massatoevoer van een begeleider zwaarder werd dan de Limiet van Chandrasekhar en daardoor een thermonucleaire explosie onderging. Normaal gesproken blijft er dan van die witte dwerg helemaal niets over en spreken we van een type Ia supernova. Maar SN 1181 verliep iets anders, want nu bleef er in het midden wel iets over, een restant van de witte dwerg, die de supernova wist te overleven.
Lees verder op: Astroblogs