Ruimtesonde New Horizons meet hoeveel zichtbaar licht het heelal genereert

Astronomen hebben het antwoord gevonden op de vraag hoe donker de ruimte is. Daarbij hebben ze gebruik gemaakt van de diensten van ruimtesonde New Horizons, die zich momenteel in het donkere buitengebied van ons zonnestelsel bevindt (The Astrophysical Journal, 28 augustus).

Meer dan achttien jaar na zijn lancering en negen jaar na zijn verkenning van dwergplaneet Pluto bevindt New Horizons zich inmiddels op meer dan 7,3 miljard kilometer van de aarde – een uniek uitkijkpunt van waaruit de globale helderheid van het heelal kan worden gemeten. De resultaten laten zien dat het overgrote deel van het zichtbare licht dat we uit het heelal ontvangen, is opgewekt in sterrenstelsels. Er zijn geen aanwijzingen gevonden voor significante hoeveelheden licht die afkomstig zouden zijn van objecten waarvan astronomen het bestaan nog niet kennen.

De bevindingen lossen een vraagstuk op dat wetenschappers al bezighoudt sinds de jaren 60, toen de astronomen Arno Penzias en Robert Wilson ontdekten dat de ruimte is doordrenkt met sterke microgolfstraling, waarvan werd voorspeld dat het een overblijfsel is van het ontstaan van ons heelal: de oerknal. Later vonden astronomen ook bewijs voor alomaanwezige röntgen, gamma- en infraroodstraling.

Lees verder op: Astronomie

35
Deel dit artikel