Simulaties geven aanwijzingen voor de massa van de allereerste sterren, de populatie III sterren

De allereerste sterren in het heelal moeten alleen bestaan hebben uit de twee lichtste elementen die er toen in het vroege heelal waren, dat waren de waterstof en helium die in de oerknal waren geproduceerd. Die sterren moeten circa 200 miljoen jaar na de oerknal voor het eerst zijn verschenen, de zogeheten populatie III sterren. Het is een hypothetische klasse van sterren, want er is er nog nooit eentje waargenomen en de reden daarvooris niet zo moeilijk: omdat ze maar kort na de oerknal bestonden en een kort, maar heftig leven kenden, eindigend in een daverende supernova-explosie, waarbij ze het heelal verrijkten met zwaardere elementen, zoals zuurstof en koolstof. Waarnemingen gedaan aan de zogeheten extremely metal-poor (EMP) sterren, die ná de populatie III sterren bestonden en die wèl waargenomen zijn, laten zien dat de populatie III sterren vermoedelijk erg zwaar waren, ergens tussen de 12 en 50 zonsmassa. Eerdere kosmologische simulaties wezen echter op een nog grotere massa, van 50 tot wel 1.000 zonsmassa. Een groot verschil dus tussen theorie en waarnemingen.

Lees verder op: Astroblogs

141
Deel dit artikel