In september vorig jaar deed het gerucht de ronde dat de Webb-ruimtetelescoop een mogelijk spoor van leven had ontdekt op een exoplaneet – een planeet buiten ons zonnestelsel. Nieuw onderzoek ondergraaft deze ontdekking, maar de hoop blijft dat Webb binnen afzienbare tijd alsnog het bestaan van buitenaards leven zal kunnen aantonen (Astrophysical Journal Letters, 2 mei).
Veel exoplaneten lijken in de verste verte niet op aarde. Hun temperaturen, atmosferen en klimaten maken leven zoals wij dat kennen onmogelijk. Maar exoplaneet K2-18b is een beetje anders. Deze planeet ontvangt bijna net zoveel licht en warmte van zijn ster als de aarde van de zon, en heeft ook ongeveer dezelfde temperatuur. Maar anders dan de aardatmosfeer, die grotendeels uit stikstof bestaat, bestaat de dampkring van K2-18b voornamelijk uit waterstof. Wel wordt erover gespeculeerd dat de exoplaneet oceanen van water zou kunnen hebben.
Vorig jaar maakte een team van onderzoekers bekend dat Webb methaan en koolstofdioxide in de atmosfeer van K2-18b had ontdekt – twee elementen die op het bestaan van leven zouden kunnen wijzen. En als klap op de vuurpijl kwam daar nog een mogelijke detectie van dimethylsulfide bij – een organische zwavelverbinding die door algen en bacteriën in de oceanen op aarde wordt geproduceerd.
Omdat de Webb-data geen zekerheid konden geven over de aanwezigheid van dit gas in de atmosfeer van K2-18b, hebben onderzoekers van de Universiteit van Californië te Riverside zich gebogen over de vraag of zich voldoende dimethylsulfide in de atmosfeer van deze 120 lichtjaar verre exoplaneet kan hebben opgehoopt om waarneembaar te zijn voor Webb.
Lees verder op: Astronomie.nl