Webb onthult dat fusies van sterrenstelsels de oplossing zijn voor het Lyman-α-mysterie van het vroege heelal

Door gebruik te maken van Webb’s NIRCam instrument zijn sterrenkundigen erin geslaagd om een mysterie van het vroege heelal op te lossen, namelijk het vraagstuk hoe het kan dat we de zogeheten Lyman-α emissie uit het vroege heelal waarnemen. Dat is straling uitgezonden door waterstof dat geproduceerd is in gebieden met erg veel stervorming. In het vroege heelal was de stervorming erg groot en daarmee was er een grote Lyman-α emissie, welke uitgezonden wordt bij een golflengte van 121,567 nanometer (en die dan vervolgens roodverschoven wordt door de uitdijing van het heelal). Dat gebeurde in het tijdperk van de zogeheten reïonisatie (the Epoch of Reionization, EoR). Maar eigenlijk zouden we deze straling vandaag de dag helemaal niet kunnen zien, want die actieve stervormingsgebieden én de ruimte tussen de sterrenstelsels in werden toen bevolkt door immense wolken van neutraal waterstofgas, gas dat in tegenstelling tot de waterstof in de stervormingsgebieden nog neutraal was, d.w.z. dat de elektronen zich er nog keurig netjes bij de atoomkernen bevonden. En het is juist neutraal waterstofgas dat Lyman-α emissie absorbeert, zodat het ons niet kan bereiken. Waarom zien we het dan toch?

Lees verder op: Astroblogs

454
Deel dit artikel